27 november.
Klik hier voor
inleiding heiligen met relikwie‘n, biecht, aflaat, chrisma, era of
tijdsbepaling, weerspreuken, bloemen.
27
november, H. Acharius:
Een
apostel van Brabant. Overleden in 639 en begraven in de St. Pieterskerk van
Doornik. Acharius was monnik van het klooster Luxeuil te Frankrijk onder St.
Eustacius en in 625 tot bisschop
van Doornik gewijd. Van hier zond hij de Amandus naar Vlaanderen om het
christendom te verkondigen. Hij mocht van Dagobert I het bisdom Terwaan
oprichten waar hij zijn vriend St. Omer als abt aanstelde. Hij werd opgevolgd
door St. Eligius.
27 november, H. Amelberga: Germaans amal: Ôinspanning (in
de strijd)Õ en berg/burg: ÔbeschermingÕ, dus ongeveer, beschermster in de
strijd.
Op 2
maart 714 ontving de missionaris en bisschop Willibrordus uit handen van de
Frankische hofmeier Pepijn II van Herstal en diens vrouw Plectrudis het
landgoed ÔSuestraÕ. Op het landgoed stond een kleine hoeve en een kloostertje,
dat voorzien was van een gebedsruimte. Het kloostertje werd van de grond af
herbouwd. Tevens verrees een nieuwe kerk die toegewijd werd aan de H. Verlosser
(Sanctus Salvator) en de HH. Petrus en Paulus. De abdij - waarschijnlijk niet
meer dan enige losse houten gebouwen en een stenen zaalkerkje - werd aan
Willibrord, die tevens de eerste abt werd, weliswaar in eigendom overhandigd,
maar hij en de volgende abten waren wel gehoorzaamheid verschuldigd aan Pepijn
en zijn nakomelingen. Susteren mag derhalve een Karolingisch ÔfamiliekloosterÕ
genoemd worden. Diverse familieleden van Plectrudis werden in Susteren
begraven: Vastradis, de echtgenote van PlectrudisÕ neef Alberik (Albricus,
Albericus), haar zoon abt Gregorius en haar kleinzoon bisschop Alberik van
Utrecht. De abdij was bestemd voor de opvang van rondreizende missionarissen.
De ligging halverwege Echternach en Utrecht was gunstig, omdat zo de
missiegebieden Eifel en Friesland met elkaar verbonden werden. Voor de
missionering van de Maasgouw en Toxandri‘ moet Susteren eveneens van grote
betekenis geweest zijn. Willibrord zelf verbleef enige malen in de abdij. De
route die Willibrord bij een van zijn terugreizen van Susteren naar Echternach
ondernam, zou bekend blijven als de Willibrordusweg.
Amelberga van Susteren (ca 900). Pippijn van Herstal en zijn vrouw Plectrudis schonken een klooster en grond voor een nieuwe kerk te Susteren aan Willibrordus. Amelberga werd de eerste Benedictijner abdis van dit klooster voor adellijke dames, onder andere waren hier drie dochters van de koning van Lorraine, Swentibold, (Benedicta, Caecilia en Relindis). Dit betekent dat Amelberga leefde rond 900. Ze rust in een eikenhouten schrijn die uit het begin van de twaalfde eeuw stamt. In de crypte rust ook de vlakbij Susteren gesneuvelde koning Zwentibold in zijn Merovingische sarcofaag. Zijn schedel bevindt zich in de schatkamer van de Amelbergakerk. De eerste vermelding van de verering van Amelberga dateert uit 1147; in dat jaar maakt een drinkbeker van Amelberga deel uit van een reliekeninventaris van het klooster. In 1383 is er in de stiftskerk een Amelberga-altaar. Reliekeninventarissen van 6 en 13 november 1668 vermelden naast de drinkbeker ook een deel haar schedel, gehuld in gekleurde zijde. Een achttiende-eeuwse inventaris noemt verder nog een grote zilveren bokaal met een vergulde kom; lijders aan keelpijn konden hier bier uit drinken. In het eerste kwart van de zestiende eeuw maakte de beeldhouwer Jan van Steffeswert een reliekbuste voor de heilige, en in 1890 vervaardigde de kunstenaar Arnold Engelbrecht nog een nieuwe Amelberga-schrijn.
27
november in Roermond, St. Benedicta. Hebreeuws Johanan: ÔJahweh is genadigÕ, een veel gebruikte
Joodse naam, Johannes de Doper, de Baptist, Lucas 1:15, Matth. 3 en dergelijke
Deze
Limburgse heilige leefde waarschijnlijk in de 10de eeuw. Haar
relikwie‘n worden in het klooster te Susteren, samen met die van de heilige
zusters Amelberga, Cecilia en Relindis vereerd.
27
november Sint Cecilia in bisdom Roermond. Volgens de legende
is ze uit het geslacht Caecilii afkomstig. Een vorm van caecus: ÔblindÕ,
mogelijk was een voorvader, aan wie het geslacht ontleend werd, blind.
De
Nederlandse Cecilia leefde waarschijnlijk in de 10de eeuw. Van onze
heilige worden de relikwie‘n in het klooster te Susteren, samen met die van de
heilige zusters Amelberga, Benedicta en Relindis bewaard.
27 of 14 november, H. Albricus, Bisschop van Utrecht. Overleden
in 784.
Alberik
(Albericus, Albricus) volgde in 776 zijn oom Gregorius op als bestuurder van
het bisdom Utrecht. Hij vergezelde Karel de Grote in 776 naar Rome. In 778 werd
hij in Keulen tot bisschop gewijd. Uit een gedicht van Alcuinus kan worden
afgeleid dat hij goede contacten onderhield met het hof. Hij overleed in 784 en
werd in Susteren begraven.
De
inventarislijst van 6 november 1688 vermeldt relieken die in gekleurde zijde
gewikkeld waren. In 1885 werden grote en kleine beenderen van Alberik,
gewikkeld in kostbaar met naaldwerk versierd linnen, in een mandje bewaard op
het zijaltaar. In de schatkamer bevond zich een borstbeeld met in zijde
gewikkeld de schedel van Alberik.
27
november, Adelboldus,
negentiende bisschop van Utrecht, Albaldus, Adelbaldus, Athalbaldus.
Hij
was een Friese edelman en werd klerk in de abdij van Lobe, Luik, toen hij tot
bisschop van Utrecht werd gekozen. Hij was onder de raadsheren van keizer
Henricus II die later heilig werd verklaard zelfs toen hij al bisschop was zag
men hem vaak in het gevolg van de keizer. Hij heeft de kerk van St. Maarten,
door Willibrordus gevestigd en door de Noormannen verwoest, door Baldricus weer
opgebouwd in 1015 verder vergroot. Anderen zeggen dat hij alle omgegooid heeft
en opnieuw laten bouwen die later door Hendrik van Vianen tot de gestalte die
het nu heeft gebracht is. Kort daarna heeft hij de oude kerk van St. Walburg te
Tiel die door de Denen verwoest was met een gebouw en kapittel van acht kanunniken
verheerlijkt. Hij is de eerste onder onze monniken geweest die oorlog heeft
gevoerd. Tot dn toe had de kerk alleen maar schenkingen gekregen en door
niemand in zijn rechten of goederen verkort geweest, kwamen de ongelovigen of
Friezen dan werden ze door vorsten weer beteugeld. Dat kwam door Diederik die
de bisschoppelijke landerijen omtrent Dordrecht aantastte. Toen de bisschoppen
daarover klaagden bij de keizer heeft die last gegeven aan Adelboldus om deze
landen te vuur en te zwaard te verwoesten. Op deze tijd, 1017, is er een
staartster van ongewone en wonderlijke gedaante en gelijkende een zeer grote
balk vier maanden achtereen geschenen als een voorbode van de navolgende
rampen. Die oorlog is zeer ongelukkig voor de bisschop gelopen want toen het
gevecht was aangegaan kwam er een snel, men weet niet waar, een gruwelijke stem
die zei vlucht, vlucht, waarop die aan de bisschop kant op de loop gingen zodat
maar enkele Friezen een grote menigte versloegen. De bisschop ontkwam
ternauwernood in een schuitje. Later moest hij zich met zijn vijand verzoenen.
Is gestorven op 27 november 1027.
27 november, H. Maximus:
Latijn maximus:
Ôde grootsteÕ en uitbreiding van die naam. Het werd een eretitel voor
succesvolle legeraanvoerders, bijvoorbeeld. Quintus Fabius Maximus. In
verschillende vormen heiligennaam.
Geboren
te Decomer (Ch‰teauredon bij Digne), Provence, Frankrijk en stierf in 460. St,
Maximus werd in zijn jeugd gedoopt en groeide op in een christelijk huisgezin
waar hij als kluizenaar leefde om zijn geest in bedwang te houden en zijn wil
te trainen. Eindelijk besloot hij een religieus leven te leiden in de
gemeenschap van LŽrins die onder het beheer van zijn stichter stond, St.
Honoratus. Toen die tot aartsbisschop werd gewijd van Arles in 426 werd Maximus
gekozen als tweede abt. St. Sidonius vermeldt dat het klooster een nieuwe bloei
beleefde door zijn heldere voorbeeld.
Maximus
was ook begiftigd om wonderen te verrichten waardoor hij een reputatie van
grote heilige kreeg. Zoveel kwamen er naar hem dat hij zich in een bos moest
verschuilen die hem bisschop van FrŽjus wilden maken. Later werd hij
voorgesteld voor Riez in Provence en tegen zijn wil werd hij in 434 door St. Hillarius
gewijd (Hij was naar de kust van Itali‘ vertrokken om eraan te ontkomen.) Hij
was een van de bekendste prelaten van de kerk van Gaul in zijn tijd. Tijdens
zijn episcopaat droeg hij een harig hemd en onderhield de kloosterregels zover
als mogelijk in zijn bisschoppelijke functie. Hij was op het concilie Riez in
439, Orange I in 441 en Arles in 454. zijn lichaam rust in de kathedraal van
Riez.
27 november, H. Virgilius van
Salzburg: mogelijk
van Latijns
virga: Ôdunne groene tak of twijgÕ en dan met de betekenis Ôde jeugdigeÕ.
Mogelijk meer in verband met een Etruskisch woord waarvan de betekenis onbekend
is. Naam van een Romeins geslacht waarvan de bekende dichter Publius Vergilius
Maro 70-19 v Chr. behoorde.
Virgilius,
Iers Fel(i)rgil, is geboren rond 700 te Agaboe in Ierland. Abt van een klooster
bij Kilarny. Hij was zeer vooruitstrevend in zijn wetenschappelijk denken
(wegens zijn wiskundige kennis had hij de bijnaam Geometer) waarom hij wel als
ketter beschouwd werd. Hij ging in 743 voor een pelgrimsreis naar het H. Land met
Dobdagrec, later abt van een klooster te Chiemsee, en Sidonius, later bisschop
van Passau, maar
kwam niet verder dan het hof van Pepijn, de vader van Karel de Grote. Pepijn
versloeg Odilo, hertog van Bavaria en stuurde St. Virgiulus als abt naar het
klooster van Sankt Peter in het diocees Salzburg om de H. Rupert te helpen.
Volgens het Ierse gebruik was de bisschop onderdanig aan de abt die het
werkelijke hoofd van het diocees was. Dit was het tegenovergestelde van het
gebruik op het continent en zo wilde hij tot bisschop gewijd worden in 755. Hij
kerstende Carinthi‘ en stuurde missionarissen naar Hongarije, vestigde scholen,
kloosters en kerken. In de eerste dagen te Salzburg raakte hij verwikkeld in
een controversie met St. Bonifatius, een over de doop die de paus ten gunste
van Virgilius uitsprak. Door onzorgvuldigheid of onverschilligheid had een
priester niet de juiste Latijnse woorden tijdens een doop gebruikt. Virgilius
en Sidonius stelden dat de doop geldig was en niet herhaald hoefden te worden
en was verbaasd dat Bonifatius het er niet mee eens was. Hij had ook wat
meningen over astronomie, geografie en antropologie wat Bonafatius als iets
nieuws zag of ketterij. Hij rapporteerde deze meningen te Rome die geschokt was
en de paus vroeg een onderzoek naar de bisschop van Salzburg die nooit gehouden
werd, Virgiulius was in staat zijn meningen te verdedigen, hij verklaarde onder
andere dat de wereld rond was. Bouwde te Salzburg een grote kathedraal en liet
er de relikwie‘n van de H. Rupertus in brengen. Doopte de Slavische heersers
van Carinthie en stuurde missionarissen naar landen waar nog nooit een
missionaris gegaan was. 14 missionarissen onder leiding van St. Modestus gingen
naar Karinthie. Bracht relikwie‘n en verering van St. Brigid en Santham van
Clonbroney naar de gebieden waar hij preekte. Bevorderde de ijzerwinning in die
streken. Op de terugweg van een preekmissie in een ver gelegen deel van zijn
diocees werd hij ziek en stierf op 27 november 784. Toen de kathedraal van
Salzburg in 1181 in brand raakte werd zijn graf ontdekt wat leidde tot zijn
canonisatie door paus Gregorius IX in 1233.
Hij
wordt afgebeeld als bisschop of als benedictijn in zwart habijt met een
kerkmodel, soms met een wereldbol of een geldschaal omdat de arbeiders van de
dom zelf hun loon uit de schaal mochten halen. Door een onzichtbare macht kon
niemand meer nemen dan hem toekwam. Schutspatroon van kinderen en wordt
aangeroepen bij barenswee‘n.
Hij
heeft als symbolische feestdagbloem de wolfsboonbladige klaverzuring, Oxalis
lupinifolia, ook de Europese Cyclaam die nu begint te bloeien.
Zie
verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/